Het sikhisme werd gesticht door Goeroe Nanak (1469-1538), die in de Punjab werd geboren. Na hem kwamen nog negen goeroes (leermeesters), die samen de basis legden voor het geloof. De laatste leermeester was Goeroe Gobind Singh (1666 - 1708), die bepaalde dat het geschrift Goeroe Granth Sahib, de spirituele leidraad zou vormen voor de sikhs. Dit document geldt voor de sikhs als het heilige boek.
Goeroe Nanak ging uit van het idee dat alle mensen gelijk zijn en een onderdeel vormen van het 'Goddelijk licht'. Gelovigen kunnen de allerhoogste spirituele staat bereiken „door samen te smelten oftewel op te gaan in die Ene Almachtige God" (Ek Onkar), wat staat voor de alomaanwezige volmaakte godheid.
Aanhangers van het sikhisme worden aangemoedigd een leven te leiden van hard werken, liefdadigheid en meditatie. De godsdienst accepteert het bestaan van andere religies en tolereert geen discriminatie op basis van godsdienst, kaste, huidskleur, ras of sekse. Niettemin kwam het in de 17e eeuw tot conflicten met moslims en hindoes, die de sikhs wilden bekeren.
In de jaren zeventig van de vorige eeuw voelden militante sikhs zich gediscrimineerd en keerden zich tegen de toenmalige premier Indira Gandhi, die de noodtoestand uitriep en het land met harde hand regeerde. Dit leidde uiteindelijk tot een opstand van radicale sikhs, die zich verschansten in de Gouden Tempel in Amritsar. Gandhi liet in 1984 het leger het heiligdom bestormen, waarbij in 2 dagen strijd honderden mensen omkwamen. Dit leidde datzelfde jaar tot de dood van Indira Gandhi, die door haar sikh-lijfwacht werd vermoord.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten