Tiende onderzoeksrapport anti-Sikhgeweld 1984
Politieke schuldvraag blijft buiten beschouwing
http://www.indianet.nl/in-sikhs84.html#indiatoen Ik buig mijn hoofd uit schaamte voor wat er gebeurd is. Dit zijn de woorden die premier Manmohan Singh het parlement toesprak na het verschijnen van het onderzoeksrapport over de anti-Sikhrellen van 1984. Het 339 pagina's tellende rapport van de commissie Nanavati werd in augustus 2005 aan het Indiase parlement gepresenteerd, en is daarmee alweer het tiende onderzoeksrapport naar de toedracht van de bloedige rellen van 1984. Ondanks de diplomatieke en nobele woorden van premier Singh overheerst teleurstelling en kritiek bij de slachtoffers en nabestaanden van de getroffen Sikhgemeenschap.In 2000 installeerde de regerende partij BJP onder leiding van Atal Behari Vajpayee de tiende onderzoekscommissie naar de toedracht van het geweld tegen Sikhs in 1984. Eerdere commissies bleken niet in staat met bewijzen te komen tegen de toenmalige leiders van de Congrespartij, die beschuldigd zijn van betrokkenheid bij de rellen. De Sikhs blijven er echter van overtuigd dat de toenmalige politieke leiders wel degelijk betrokken zijn geweest bij de rellen. De BJP - niet afkerig van oprakelen van schandalen rond zijn rivaal de Congrespartij - stelde daarom opnieuw een onderzoekscommissie aan onder leiding van voormalig lid van het Indiase Hooggerechtshof, G.T. Nanavati. Nanavati beloofde binnen zes maanden met zijn bevindingen te komen, maar pas in februari 2005 was het rapport klaar.
Grove nalatigheid
Het nieuwe onderzoeksrapport van Nanavati stelt dat leger en politie - ondanks het instellen van een avondklok, massale aanwezigheid in en om de hoofdstad en het verbieden van samenkomsten
« Enerzijds neemt de Congrespartij het rapport openlijk serieus, anderzijds blijven de echte kopstukken buiten schot om de partij niet verder in verlegenheid te brengen » |
van meer dan vier personen - passief toekeken tijdens het geweld tegen Sikhs en de situatie niet onder controle hadden. De commissie beziet dat als grove nalatigheid. Ondanks deze harde bewoordingen zijn vele Sikhs ervan overtuigd dat de situatie nog veel erger was dan enkel een kwestie van grove nalatigheid. De Indiase politie zou zich meerdere keren ook actief tegen Sikhs hebben gekeerd die zich probeerden te verdedigen tegen aanvallen van menigten of die probeerden te vluchten. Deze partijdigheid van leger en politie voor de hindoemeerderheid bij rellen met een religieuze achtergrond, is vaker onderwerp van zware discussie geweest. In december 1992 en januari 1993 bijvoorbeeld, ontstonden gewelddadige rellen tussen hindoes en moslims na de verwoesting van de Babri Mashid moskee in Ayodhya. De Indiase politie en het leger zouden destijds
Onverwerkt verleden
De toenadering op landelijk niveau ten spijt, het gewelddadige verleden is voor alle betrokkenen van de anti-Sikhrellen van 1984 een trauma dat nog steeds het dagelijks leven beïnvloedt op alle mogelijke manieren. Voor de overlevenden van het geweld brengt elk nieuwsbericht - zoals de verschijning van bovenstaand onderzoeksrapport - herbelevingen van de traumatische gebeurtenissen met zich mee. Psychische en lichamelijke trauma's hebben veel overlevenden belemmerd te werken waardoor zij in armoede en sociaal isolement geraakten. Voor de nabestaanden van de slachtoffers blijft het gemis en de woede over het uitblijven van gerechtigheid en erkenning. Kinderen van slachtoffers hebben door financiële problemen geen of minder onderwijs kunnen volgen als gevolg van de rellen van 1984. Deze kinderen hebben - hoewel zij het geweld zelf niet hebben meegemaakt - ook psychische schade opgelopen door de rellen. In de eerste jaren na 1984 deden zij er namelijk beter aan hun Sikh-achtergrond geheim te houden omdat zij anders geen werk zouden kunnen krijgen. Veel overlevenden en hun familie zijn in Delhi blijven wonen maar hebben nooit teruggedurfd naarde buurt waar hun naasten werden vermoord en hun bezittingen vernietigd. Hun huizen werden ingenomen door vreemden. Een onopgemerkte groep van mensen die nog dagelijks met de rellen te maken hebben zijn de daders en hun familie. De weinige mensen die daadwerkelijk veroordeeld zijn wegens hun deelname aan het geweld verkeren in de permanente onzekerheid ofhun (dood)straf wel of niet definitief omgezet zal worden in levenslang. Bovendien hangt hen die niet veroordeeld zijn nog altijd wraak boven het hoofd van overlevenden of hun familie. Die onzekerheid, evenals de 'smet' van de betrokkenheid bij de rellen, treft ook hun familieleden en kinderen.
Zie de rubriek 'India Toen' hieronder voor meer informatie over de anti-Sikhrellen van 1984 |
|
duidelijk partij hebben gekozen voor de hindoes. Dit keer waren het politici van de BJP die door moslims werden beschuldigd van grove nalatigheid en zelfs betrokkenheid bij en aanzet tot de rellen.Het rapport van Nanavati stelt in het geval van de Sikhs echter dat er geen hard bewijs is gevonden voor de beschuldigingen van Sikhs dat leger en politie zich actief tegen hen zou hebben gekeerd. Ook de rol van de politici die destijds aan de macht waren werd onderzocht. Het rapport noemt enkele namen van (voormalige) leiders van de Congrespartij over wie 'geloofwaardig bewijs' is gevonden van betrokkenheid bij het organiseren van, en aanzetten tot, geweld tegen Sikhs in de dagen na de moord op Indira Gandhi. Een van hen is Jagdish Tytler, die op het moment van verschijnen van het rapport in de regering van Manmohan Singh minister voor in het buitenland wonende Indiërs is. Hij dient na verschijnen van het rapport zijn ontslag in 'om zijn naam te kunnen zuiveren en om zijn partij niet in diskrediet te brengen'. Een andere naam die in het rapport staat, is die van parlementslid voor de Congrespartij Sajjan Kumar. Hij werd in 2002 voor een rechtbank in Delhi vrijgesproken van het organiseren en leiden van geweld tegen Sikhs wegens gebrek aan bewijs. Ook hij diende zijn ontslag in na verschijnen van het rapport. Nanavati stelt dat verder onderzoek naar de rol van deze en andere met naam genoemde Congrespolitici noodzakelijk is. Of het daarbij zal komen tot strafzaken, staat nog te bezien.
Doofpot
Het is niet uniek dat de politieke top buiten schot blijft bij ernstige verdenkingen van betrokkenheid bij het organiseren van geweld. Na het anti-moslimgeweld in 1992-1993 zijn de betrokken politieke leiders (van de BJP) nooit veroordeeld voor hun rol in het geweld. De moslimleiders die in deze periodes bij geweld betrokken waren zijn echter gedood of gevangengezet, zoals dat ook met de leiders van de militante Sikhs is gebeurd in en na 1984. Voor velen doet dit afbreuk aan de geloofwaardigheid van het rapport en van het Indiase rechtssysteem in het algemeen. De politieke beschuldigingen van Sikhs gaan echter naar nog veel hoger geplaatste Congresleiders. Over deze personen zegt de commissie dat er 'absoluut geen bewijs' is gevonden over hun betrokkenheid bij aanzetten tot of organiseren van geweld. Maar hoe zit het eigenlijk met de rol van Rajiv Gandhi? Hij zou wraak hebben gewild voor de moord op zijn moeder en het geweld enige dagen bewust hebben toegelaten, zo niet aangemoedigd via zijn ondergeschikten. En waar was bijvoorbeeld Narasimha Rao - later premier van India - die in 1984 minister van binnenlandse zaken was voor de Congrespartij. Hij liet zich nauwelijks zien ten tijde van het geweld, stelde niet alles in het werk om het geweld te stoppen, en liet het mogelijk bewust doorgaan. Het is te laat hen alsnog te verhoren, want ze zijn allebei overleden. Bovendien geldt de familie Gandhi nog altijd als min of meer onaantastbaar vanwege hun prominente rol in de onafhankelijkheidswording van India. Volgens Sikhs is het rapport weer een van de vele pogingen van de Congrespartij de zaak in de doofpot te stoppen. Diverse Indiase kranten ondersteunen die gedachte. Het rapport komt uit terwijl de Congres partij de regering leidt. De commissie is wel ingesteld onder leiding van de BJP maar de Congrespartij zou in de huidige regeerperiode de inhoud van het rapport beïnvloed hebben ten gunste van zichzelf. Enerzijds neemt de Congres partij het rapport openlijk serieus en 'offert' de partij enkele politieke leiders om daadkracht te tonen. Anderzijds blijven de echte kopstukken buiten schot om de partij niet verder in verlegenheid te brengen.
Toenadering
Wat blijft, is de overtuiging bij veel Sikhs dat de top van de Congrespartij in 1984 direct betrokken was bij het organiseren van het geweld. Het rapport neemt van die overtuiging niets weg. Een eventuele oplossing zou kunnen liggen in een waarheids- en verzoeningscommissie, zoals die in Zuid-Afrika na de apartheid werd geïnstalleerd. Het is echter zeer de vraag of de Congrespartij erin zal toestemmen dat zo'n commissie er wel komt voor het geweld in 1984 en niet voor andere (recente) geweldsuitbarstingen waarbij de BJP en andere hindoepartijen betrokken waren. Daarnaast is het twijfelachtig of - als zo'n commissie er eenmaal is - die erin zal slagen daadwerkelijk de waarheid boven tafel te krijgen omdat de partijbelangen om de naam zuiver te houden enorm zijn. Tot expliciete schuldbekentenissen van partijleiders, als die nog in leven zijn, zal het naar alle waarschijnlijkheid niet meer komen. Omkoping of afpersing van getuigen zal aanvoeren van bewijzen bemoeilijken. De nabestaanden van slachtoffers zullen zich dan ook tevreden moeten stellen met de gebaren van goede wil naar de Sikhs vanuit de Congrespartij (zoals de 160 miljoen dollar die de Indiase regering in december 2005 toezegde aan Sikhs als schadevergoeding). Intussen lijkt de tijd de wonden enigszins te helen. Bij recente verkiezingen hebben meer Sikhs voor de Congrespartij gestemd dan voor de lokale Akali Dal partij. Sonia Gandhi heeft diverse bezoeken gebracht aan gurudwara's (heilige plaatsen van Sikhs) en zich daar publiekelijk - mede namens haar vermoorde man Rajiv Gandhi - verontschuldigd voor het geweld in 1984. En de huidige Indiase regering wordt geleid door Congresleider Manmohan Singh, een Sikh notabene.